Brrr...
Zo zit je in een Afrikaans land aan een tropisch strand, en zo zit je in je eigen huiskamer met de verwarming aan, het moment waarop je naar buiten moet voor boodschappen steeds uitstellend. Het lijkt echt ontzettend lang geleden dat ik Kenia was, en als ik terug kijk is alles zo ontzettend snel gegaan. De laatste dagen in Diani Beach heb ik vooral relaxend doorgebracht, met uitzondering van vorige week dinsdag. Toen zijn we gaan snorkelen bij Wasini Island, echt supermooi! We werden \'s ochtends vroeg opgehaald door een busje, omdat we nog een uur moesten rijden naar de aanlegplaats van de boot. Daar aangekomen vertrokken we meteen met deze boot richting het Kisite Mpunguti Marine Park, een koraalrif vlakbij de grens met Tanzania. Onderweg zagen we meteen al dolfijnen, die heel dicht bij de boot kwamen, echt geweldig! Na een uurtje varen gingen we voor het eerst voor anker, en kon het snorkelen beginnen. Het is ongelofelijk wat je allemaal ziet onder water, alsof je rondzwemt in Finding Nemo haha! Ik kon ook wel de hele dag daar in het water blijven dobberen, maar op de planning stonden nog een tweede snorkelsessie en een diner op Wasini Island. De tweede plaats waar we gingen snorkelen was ook mooi, maar toch net wat minder indrukwekkend dan de eerste spot. Al bij al was het toch ook wel best vermoeiend, en toen ik terug de boot in ging vond ik het niet zo erg dat ik weer even kon relaxen op weg naar het restaurant. Het restaurant bleek op het puntje van Wasini Island te staan met een geweldig uitzicht, en ik heb echt de lekkerste krab ooit gegeten. Na het eten was er nog even tijd om te zwemmen en in een hangmatje te liggen, maar al snel vertrok de boot alweer terug naar de thuishaven. Woensdag was ons allerlaatste dag in Diani Beach, waar ik uiteraard helemaal niks gedaan heb, behalve af en toe van mijn ligbed naar de zee lopen en weer terug. Met een etentje bij een visrestaurantje aan het strand hebben we afscheid genomen van Diani Beach. De volgende ochtend zijn we met de taxi naar Mombasa gegaan om van daaruit te vliegen naar Nairobi. All went well, en na een nachtje in ons ondertussen welbekende nonnen-hostel was de dag van terugvlucht dan toch echt aangebroken. De terugvlucht was echter pas om 23.35u, dus om te tijd te doden en vooral omdat we alleen nog maar een witte neushoorn hadden gezien, en niet de big five - zwarte neushoorn, deden we nog even een afternoon game-drive in Nairobi National Park. Om het af te leren :D Nairobi National Park ligt ook gewoon naast het vliegveld, en het is ook bizar om met de Nairobi Skyline op de achtergrond wild te zien lopen. Hoewel we veel giraffen en zebra\'s gezien hebben, en wederom de witte neushoorn, hebben we de zwarte niet kunnen ontdekken, en blijft onze big five een big four! Het was wel een erg mooie afsluiting van onze tijd in Kenia, en na nog één keer achterom gekeken te hebben, reden we het vliegveldterrein op.
Beide vluchten (Nairobi-Dubai en Dubai-Düsseldorf) verliepen voorbeeldig, hoewel ik in totaal denk ik 2 uurtjes geslapen heb. Wat wel echt supergrappig was, is dat ik opeens aangetikt werd toen we bijna in Düsseldorf waren. Ik dacht eerst dat ik gewoon wat in moest leveren, maar het bleek Kim te zijn, die ik ken van de middelbare school en die stewardess was op mijn vlucht! Zo toevallig! Daardoor kon ik de reis ook nog afsluiten met champagne en bonbons, heeeerlijk. Bij aankomst was er eerst weer het gebruikelijke gedoe met baggage en douane, maar naar een uur kon ik dan toch eindelijk naar de aankomsthal, en daar stond Jeroen op me te wachten met rozen, heel lief :D Na deze lange dag heb ik thuis heeeerlijk geslapen in mijn eigen bedje, en zondag is mijn familie en Jeroens familie al langs geweest. Ik voel me alweer helemaal thuis. Het enige minpuntje is zoals verwacht alleen het weer, maar daar wen ik ook wel weer aan.
Deze week heb ik nog lekker vrij, maar volgende week moet ik alweer aan de slag voor mijn keuzeonderzoek. Ik probeer m\'n foto\'s zo snel mogelijk uit te zoeken, en er een mooi album van te maken, dan kan ik ze aan iedereen met trots laten zien. Voor nu moeten jullie het nog even doen met de foto\'s die hier op m\'n blog staan.
Tot slot wil ik jullie nog allemaal bedanken voor het lezen van mijn blog, en voor de leuke reacties die ik gekregen heb. Asante sana, na kwa heri!
Hakuna matata
Het lijkt alweer eeuwen geleden dat we in West-Pokot waren, maar eigenlijk zijn we nog maar net iets meer dan een week weg. Aan de andere kant is de tijd afgelopen week zo ontzettend snel gegaan,
dat ik zelf maar steeds foto\'s terug kijk om te bewonderen wat ik ook alweer allemaal gezien heb. Voordat we écht konden vertrekken, moesten we onze medepassagiers voor de 4 dagen van de safari
ophalen. Dat bleken een 24-jarige Deense studente die in Nairobi stage liep, en haar nicht met 2 zoontjes van 6 en 9. Het jongste kind had alleen helaas een darmprobleempje, waardoor we om de
haverklap een allesvernietigende gaswolk in moesten inademen. Om naar Masai Mara National Park te gaan moesten we een flink stuk rijden, dus de ramen bleven pertinent open. Met een rit langs de
Rift Valley was de tijd in ieder geval prima te doden. Rond 14u ‘s middags kwamen we aan bij onze lodge in Masai Mara, waar we een bungalowtent toegewezen kregen en konden lunchen, waarna we om 16u
vertrokken voor een afternoon game-drive. Hoewel we maar een paar uurtjes hadden voordat de zon onderging, zagen we meteen al superveel dieren, waaronder giraffen, jachtluipaarden (cheeta\'s) en
een mannetjesleeuw. Die laatste ging er echter snel vandoor, en omdat de chauffeur besloot om een stukje vooruit te rijden op het moment dat ik een foto met zoom wilde maken, heb ik daar alleen een
wazig plaatje van. Grrr... De volgende dagen maakten echter zo veel goed! Op maandag hebben we van 8u ‘s ochtends tot ruim 17u rondgereden door het park. Het is echt niet in woorden of foto\'s over
te brengen hoe geweldig het is om zo veel wilde dieren van superdichtbij te zien. Er waren ontzettend veel giraffes en buffels, olifanten leefden in grote groepen en kwamen erg dichtbij, leeuwen
lagen gewoon op de weg en cheeta\'s besloten gewoon om voor onze neus wat te gaan dollen. Bij de olifanten moesten we zelfs een keer vrij snel een stuk naar achter, omdat één van de mannetjes niet
erg happy was met de afstand waarop wij stonden, en opeens zich erg dreigend omdraaide. Wat trouwens wel grappig is, is dat je volgens de regels met maximaal 5 busjes bij een wild dier mag staan,
maar dat we bij de leeuwen op een bepaald moment wel met 15 busjes stonden, terwijl de leeuwen ongestoord verder gingen met waar ze mee bezig waren. Daarnaast hebben we tot aan de rivier gereden
waar we heel veel nijlpaarden zagen, en een paar krokodillen. De ranger die met ons rondliep langs de rivier was erg enthousiast, maar vond toch echt wel dat ik een domme vraag stelde toen ik wilde
weten of nijlpaarden altijd maar 1 jong tegelijk hadden: \'Natuurlijk maar één, want nijlpaarden leggen toch geen eieren\'. Na deze lange dag heb ik super geslapen, en dat moest ook wel, want
dinsdag begonnen we om 6.30. Bij zonsopkomst was de hele omgeving nog mooier dan ie al overdag was, en wederom waren de dieren overal te spotten. Na een verlaat ontbijt vertrokken we naar Lake
Nakuru, wat toch weer 8u rijden was. Eenmaal aangekomen hebben we gegeten en zijn we meteen lekker gaan slapen. Woensdag reden we ‘s ochtends vroeg het terrein van Lake Nakuru op, wat een compleet
andere aanblik gaf dan Masai Mara. Masai Mara heeft uitgestrekte, dorre vlakten waarbij je lange tijd niemand ziet, en bij Lake Nakuru viel meteen de magische sfeer van het meer op. Er waren
allereerst heel veel vogels, waaronder flamingo\'s, maar ook hadden we vrij snel de eerste witte neushoorns gespot. Natuurlijk wilden we de big five, waar we er in Masai Mara nog maar 3 van gezien
hadden, volmaken, dus wilden wij nog een zwarte neushoorn en een luipaard zien. Onze chauffeur zei al dat we niet veel kans hadden, omdat beiden alleen leven en zich graag verstoppen in de bosjes
of in lang gras, maar bijna aan het einde van onze trip zag Pia, het Deense meisje, opeens wat sluipen in het gras. Inderdaad lag daar een luipaard te loeren op een kudde gazelles, dus iedereen in
ons busje wilde natuurlijk zien hoe ie er één te grazen zou nemen. Na een half uur muisstil wachten en camera\'s scherpstellen, wat ervoor zorgde dat de accu van Els\' camera volledig leeg was,
hadden we de hoop op een glimp van het luipaard opgegeven, omdat we ‘m al 15 min niet gezien hadden. Plotseling, uiteraard nét op het moment dat we even afgeleid waren door een voorbijrijdende
auto, sloeg het luipaard toe. Helaas voor zijn maag had ie niks te pakken, maar daarna draaide ie zich om en liep zo vlak voor ons busje langs! Echt een geweldige beloning voor het lange wachten!
Omdat het wachten ons veel tijd gekost had, moesten we snel weer verder met onze rit, en na een lunch net buiten het park, vertrokken we alweer terug naar Nairobi. Daar aangekomen stapten we iets
voor 19u op de slaaptrein naar Mombasa, die uiteraard ruim een uur te laat vertrok. In de trein zaten bizar veel backpackers, en ook hoorden we opeens op meerdere plekken Nederlands! De treinreis
was op zich prima, maar de reden dat we de trein gekozen hadden als vervoersmiddel, was dat ie door Tsavo National Park rijdt, en dat we daar dus wat van zouden kunnen zien. Bij zonsopkomst bleken
we het park echter al gepasseerd te zijn, maar desondanks was het een ervaring op zich. Bij aankomst hebben we snel een taxi geregeld die ons naar Diani Beach (1 u rijden) bracht, waardoor we ons
de rest van de dag al in Diani Beach konden vermaken. We zitten hier in de enige budgetaccommodatie in de omgeving, in een heel eenvoudig huisje, maar het terrein zit aan het strand, en het strand
is hier van het type palmbomen - wit zand - azuurblauwe zee. De temperatuur is ruim boven de 30 graden met licht briesje, kortom: erg vervelend. Het enige nadeel is dat alles hier kilometers uit
elkaar ligt, waardoor je overdag met de matatu overal heen moet, en ‘s avonds alleen met de taxi uit eten kunt. De matatu blijft een geniaal vervoersmiddel: één mannetje rijdt, en één mannetje
probeert al uit de deur hangend zoveel mogelijk klanten in het busje te krijgen. Daarbij hebben wij ons regelmatig afgevraagd of daar nooit iemand uit valt, maar in ieder geval zagen we 2 dagen
geleden opeens de schuifdeur van het busje met een hoop lawaai op het wegdek vallen. Zoals ik al zei: geniaal. Vandaag hadden we verder ook nog een mooie ervaring met de vuilnisophaaldienst. Ik
stond in het slaapgedeelte van ons huisje, toen ik een zacht geritsel hoorde. Zat er gewoon een supergrote baviaan in de keuken! Ik schrok me wild, en kon een gilletje niet onderdrukken, en toen de
askar (bewaker) met z\'n houten knuppel aan kwam rennen, ging de baviaan er met de vuilniszak vandoor. Helaas is Els sinds die tijd ook haar zonnebril kwijt, dus wij speuren nog steeds verder naar
een aap met een zonnebril op z\'n neus. Voor de komende dagen hebben we in ieder geval nog een snorkeltrip naar Wasini Island geboekt, waar we nog dolfijnen hopen te zien, maar voor de rest is het
gewoon chillen, zwemmen, en heerlijk eten. Aankomende donderdag vliegen we alweer terug naar Nairobi, en we overwegen nog om vrijdag vóór onze vlucht naar Düsseldorf (die pas om 23.35u vertrekt)
een 1-daagse game-drive naar Nairobi National Park te doen om alsnog een zwarte neushoorn te spotten. Het national park is ongeveer naast het vliegveld, dus logistiek gezien moet het te doen
zijn.
Dit was alweer mijn laatste reisverslag vanuit Kenia, mijn laatste verslag zal ik vanuit het naar verluid erg koude Nederland schrijven. Af en toe verschijnen er misschien nog wel wat foto\'s, dus
mocht je ze willen zien, hou dan m\'n weblog nog even in de gaten. Voor nu, hakuna matata, en tot snel!
Liefs,
Margo
Bye bye uithoek, hello vakantie!
De laatste twee weken in Kapenguria District Hospital zijn achteraf gezien aardig snel verlopen. Omdat we vonden dat we op de afdelingen nou niet zo bijster veel meer leerden, hebben we onze tijd
vooral doorgebracht op de polikliniek. Iedere doordeweekse dag om 8u start een specialist met zijn spreekuur in de medical officer‘s clinic. (Lees: Wij meldden ons dagelijks om 9u bij de
poli-assistente, die heeft géén idee of er vandaag een specialist komt. Eén uur later zit er óf een specialist, óf heeft deze poli-assistente ergens een clinical officer vandaan getoverd, óf zijn
de patiënten naar huis gestuurd met medicatie, zonder de arts gezien te hebben.). De opkomst op de poli was doorgaans sterk afhankelijk van het weer. Bij regen was er geen patiënt te bekennen, bij
zon zat de hele wachtruimte vol. De polikliniek van de family doctor (een soort internist hier) had met name ziektebeelden die vergelijkbaar zijn met de onze. Zo waren er veel patiënten met
suikerziekte, hoge bloeddruk en reuma. Ook de behandeling was eigenlijk gelijk aan de onze. Dit in tegenstelling tot de behandeling van psychiatrische patiënten. Hier werden eigenlijk alle
patiënten op medicijnen tegen epilepsie gezet, omdat dat de onderliggende oorzaak zou zijn voor ongeveer alle psychiatrische ziekten: depressie, schizofrenie, etc. Wel was de psychiater een erg
aardige en geïnteresseerde man, die ons nog meegenomen heeft op huisbezoek bij een jonge man met schizofrenie, die niet meer op de poli verschenen was. Op de polikliniek kindergeneeskunde zagen we
vooral kinderen met een groei- en ontwikkelingsachterstand, eigenlijk altijd door ondervoeding of infectieziekten. Ook hebben we een paar keer meegekeken op de gipskamer, waar we aardig wat breuken
voorbij hebben zien komen die in Nederland meteen geopereerd zouden worden, maar die hier gewoon een lekker strak gipsverbandje kregen. De breuken die we zagen werden over het algemeen zonder enige
vorm van verdoving gezet, ook bij kinderen. Dat resulteerde in een hele hoop worstelingen, veel gekrijs en boze blikken. Ook plaste één 8-jarig meisje haar vader helemaal onder. Een ander meisje
van dezelfde leeftijd huilde ook heel hard, wat niet om de pijn bleek te zijn, maar omdat ze niet wist hoe ze nou op school moest gaan schrijven met een gipsarm.
Tenslotte zijn hebben we ook 2 dagen meegelopen op de CCC, waar ze HIV-patiënten begeleiden met adviezen, gratis medicatie en voedsel. Het was vooral bizar om te zien hoe jong de patiënten soms nog
maar zijn, en hoe men de ‘kop-in-het-zand\'-tactiek toepast als het gaat om besmetting. Het gaat vaak zo dat een moeder HIV blijkt te hebben, de echtgenoot dit hoort, zichzelf dan níet laat testen
(want hij heeft natuurlijk niks), en dan gewoon naar de volgende vrouw gaat, die dan besmet. Met wat meer pech wordt die vrouw dan ook zwanger, en krijgt een HIV-positief kind, zodat alles zich
lekker verspreidt. Wat ik wel had verwacht is dat veel aandacht besteed zou worden aan seksuele voorlichting, maar de clinical officer waarbij ik meeliep, heeft het woord condoom nooit tegen een
patiënt genoemd, ‘want dat willen ze toch niet gebruiken\'. Best jammer, aangezien dit toch echt de methode is waarmee het aantal infecties binnen de perken moet blijven.
Na 8 weken coschappen kwam er afgelopen donderdag dan toch echt een einde aan ons verblijf in het West-Pokot District. Ik heb in de ziekenhuizen ontzettend veel geleerd over ziektebeelden en
improviseren, maar ook over de houding die men heeft in de ziekenhuizen. Ik had verwacht toen ik hier naartoe kwam, dat men ondanks het gebrek aan faciliteiten in ieder geval gemotiveerd zou zijn,
en zou roeien met de riemen die men heeft. In realiteit is slechts een deel van het medisch personeel (incl. dokters) écht gemotiveerd en bekwaam, en heeft de grootste groep alleen geld als
drijfveer voor een baan in de zorg. Die grote groep heeft ook nauwelijks verantwoordelijkheidsgevoel, en dus ook weinig ook voor de patiënt. Daardoor overlijden meer mensen dan zou moeten, en
blijven mensen onnodig lang rondlopen met minder ernstige, maar ook met ernstige aandoeningen.
De Keniaanse cultuur buiten het ziekenhuis zoals ik die ervaren heb in West-Pokot, is dat mensen vaak erg behulpzaam zijn en we ons altijd welkom hebben gevoeld. Wel waren we natuurlijk echt wel
‘de blanken\', wilde iedereen wel een blanke vriend, en werd er meer dan eens om geld gevraagd, ook door voor ons ogenschijnlijk rijke mensen. Ook heb ik geleerd over de manier van gezinsvorming,
studeren, werken en vooral ook over de corruptie in Kenia. Kenia is een land met extreem grote verschillen tussen arm en rijk, veel werkloosheid, en met het huidige niveau van corruptie en de
materialistische houding van bijna iedere Keniaan zal dat nog zeker tientallen jaren zo blijven. Daardoor zal een groot deel van de bevolking nog lang onder de armoedegrens blijven. Hopelijk
verandert de Keniaanse overheid de komende jaren genoeg om alles voor die mensen wat beter te maken.
Vrijdag zijn Els en ik met de matatu (een minibusje dat in Afrika als openbaar vervoer gebruikt wordt) naar Eldoret gegaan. Daar hebben we buiten de stad geluncht bij een zuster van de gipskamer,
en hebben we ‘s avonds overnacht in het centrum. Nu viel pas op dat voor Keniaanse begrippen Eldoret echt een grote stad is. Zaterdagochtend zijn we met de taxi naar het vliegveld gebracht, en zijn
we naar Nairobi gevlogen. Na onze safari betaald te hebben, zijn we weer naar het hostel gegaan waar we in december ook geslapen hebben, waar we ‘s middags lekker gerelaxt hebben. Gisteravond
hebben Joost en Annemarie ons getrakteerd op een heerlijk diner in een Italiaans restaurant en hebben we een ontzettend gezellige avond gehad. Vandaag zijn we op safari vertrokken, waarvan ik
natuurlijk ook uitgebreid verslag ga doen met hopelijk heel veel foto\'s. We hebben nog maar 12 dagen te gaan, dus ik ga vooral ook erg hard genieten van de vakantie. Tot snel!
Liefs,
Margo
Laatste weekjes coschap
De laatste weken van ons coschap zijn inmiddels aangebroken. Vorig weekend zijn we verhuisd van Ortum weer terug naar Makutano. We hadden geregeld dat de taxichauffeur die ons heen had gebracht,
ons ook weer terug zou brengen. Uiteraard was die 1,5 uur te laat, en toen hij er eenmaal was, kwam de vraag of wij Dinah hadden gesproken. Dat hadden wij niet, maar hij wel, en we zouden onderweg
stoppen bij haar school om haar gedag te zeggen. Veel keuze hadden we niet, dus na 20 minuten rijden waren we gearriveerd bij de school waar zij werkt. Dinah stond al in de deuropening, en we
kregen uitleg over de school en een rondleiding over het terrein. De school is een door een Amerikaanse vrouw gesponsorde middelbare school waar alleen meisjes zitten. De kinderen komen met name
uit de buurt, en een deel is gekomen via het ‘rescue home‘. Daar worden meisjes opgevangen die tegen hun wil uitgehuwelijkt zijn (sommigen hebben zelfs kinderen die bij de familie gebleven zijn),
en slachtoffers van besnijdenis. Gelukkig hebben ze ook een deel van de meiden op kunnen vangen vóórdat ze besneden zijn. Na de rondleiding dachten Els en ik weer verder te kunnen reizen, maar
Dinah had iets anders in petto: of we de eindexamenklas toe wilden spreken. Met grote ogen vroegen we wat we dan moesten zeggen, en zij vond dat wij als jonge bijna-dokters een voorbeeld zijn voor
die meisjes, en of we ze wilden vertellen over onszelf. Omdat we wederom geen keuze hadden aangezien ze al had verteld dat wij kwamen, en we dachten dat over onszelf vertellen nog wel moest lukken,
werd de klas binnengeroepen. Na een kort inleidend praatje door Dinah, waarin verteld werd wie wij waren, was het woord aan ons. Uiteraard was ik mijn shiny inspirating self, en heb ik maar verteld
over onze opleiding, en over hoe belangrijk het is om naar school te gaan. Nadat Els hetzelfde had gedaan, hebben we de klas nog vragen laten stellen, en na een periode van stilte kwamen er vooral
vragen over Nederland. Door Dinah werd vooral benadrukt dat we niet getrouwd zijn, en geen kinderen hebben, en dat die meiden daar dan ook maar voorbeeld aan moeten nemen. Tenslotte werd verteld
dat we in een van de komende weekenden nog een keer een hele dag langskomen (HUH?) en dat ze dan alles kunnen vragen, en dat we misschien samen ook nog wel wat scheikundeopgaven kunnen doen
(dubbel-HUH?). Dus: voor het goede doel gaan Elsie en ik volgende week nog eens inspireren, maar over dat scheikundegedeelte moeten we het toch nog eens even hebben.
Uiteindelijk waren we toch nog op tijd in Makutano, en de volgende dag zijn we vol frisse moed weer begonnen in Kapenguria District Hospital. Hoewel de verpleegkundigen nog steeds staken, wemelt
het dagelijks van de patiënten op de poliklinieken. Daardoor hebben we afgelopen week onder andere mee kunnen lopen met de clinical officer (een soort physician-assistant), de poli
kindergeneeskunde, en met de psychiater. Met de psychiater hebben we afgesproken dat we aankomende week mee met hem op huisbezoek gaan, om te kijken hoe psychiatrische patiënten zich handhaven in
hun thuissituatie, en we gaan ook een dagje meelopen met het bureau dat mensen met HIV begeleidt (CCC).
Ook hebben we deze week tijd doorgebracht op de vrouwenafdeling, maar daar zijn we liever niet, omdat daar alleen maar coassistenten rondlopen en de supervisie wel aanwezig is maar nooit
geraadpleegd wordt. Het is daar vooral erg frustrerend dat simpele dingen als bloeddruk- of temperatuurcontrole niet mogelijk blijken te zijn, en dat als je een plan maakt, niemand zich daaraan
houdt. Daarnaast is de door het afdelingspersoneel gehanteerde ‘iedereen heeft malaria, buiktyfus of brucellosis\'-filosofie voor een deel wel effectief, maar worden daardoor een hoop symptomen en
ziekten over het hoofd gezien. Ook met andere klachten kijken ze graag met oogkleppen op. Zo sloten wij woensdag aan bij de visite met de supervisor, en bleek er een vrouw een dag eerder opgenomen
te zijn met het label ‘nierbekkenontsteking\', waarvoor zonder echt onderzoek ook daarvoor behandeling gestart waren. Reden tot starten van medicatie was ‘bloed in de urine\'. Bij fatsoenlijke
navraag bleek die vrouw (in de overgang) al maanden lang hevige onderbuikspijn te hebben met vaginaal bloedverlies en nadat in een naburig dorp een echo gemaakt was, bleek ze vergevorderde
baarmoederhalskanker te hebben. Ik vond het zo schandalig, dat ik de rest van de dag heel chagrijnig ben geweest. Helaas heb ik zo nog wel een paar voorbeelden. Ik denk dat ik dat nog wel het
moeilijkste vind hier: dat mensen niet kritisch nadenken en over het algemeen niet gemotiveerd zijn om dat te verbeteren. Gelukkig zijn er ook wél kundige mensen, maar dat zijn niet degenen die
continu bij de patiënten op de afdeling zijn. De artsen die goed zijn lossen vooral de ingewikkeldste problemen op, en doen de chirurgie, en voor de verpleegkundigen geldt vooral de goede op de
polikliniek werken.
De laatste twee weken in het ziekenhuis gaan we dus vooral doorbrengen op de poliklinieken, en we hopen ook nog een keer een uitstapje te kunnen maken met John Ngimor van de Harambee Netherlands
Foundation of Health. Ondertussen hebben we alle boekingen voor de laatste twee weken van ons verblijf in Kenia ook gedaan: we gaan 4 dagen op safari, en een week naar een tropisch strand,
whoeiii!!!! Zaterdag 9 februari vliegen we van Eldoret naar Nairobi, en van daaruit starten we met reizen. Ik heb er ontzettend veel zin in, en ik ben van plan om nog van iedere seconde te
genieten. Uiteraard hou ik jullie op de hoogte, en kunnen jullie tegen die tijd weer een hoop foto\'s verwachten. Geniet van de ijspret daar zo lang het nog kan, dan geniet ik wel van het zonnetje!
Liefs,
Margo
Mount view house no.1
Alweer twee weken geleden hebben Els en ik Kapenguria District Hospital verruild voor Ortum Mission Hospital, en daarmee ook onze viezige hotelkamer in Makutano voor een schoon huisje op het
ziekenhuisterrein in Ortum. Op alle meubels staat met watervaste stift \'Mt. View Hs. No.1\', en voor ons staat ie ook op No. 1 qua accommodatiewensen. We hebben hier een woonkamer, 2 slaapkamers,
een badkamer, toilet, opslaghok en keukentje, en de omgeving van het ziekenhuis is prachtig! \'s Nachts met het raam open klinkt het alsof je in de vrije natuur aan het kamperen bent, vanwege de
achtergrondgeluiden van vogels, krekels en een kabbelend bergriviertje. De Kenianen vragen steeds of wij dit niet te \'remote\' vinden, maar wij kunnen alle basics hier wel kopen, en met 30 graden
is het prima uit te houden voor 3 weken.
Boodschappen doen is hier een walk of fame voor ons, aangezien we weer continu nageroepen worden. Daarnaast was het afgelopen week ook een survivaltocht. We hadden een paar boodschappen die we écht
nog moesten halen, dus toen we donkere wolken boven de bergen zagen, hield ons dat niet tegen. Eenmaal op de hoofdweg aangekomen ging het dan toch tropisch regenen, maar ach, dan schuilen we toch?
Ruim een half uur later, besloten we dat we door de modderstraten en de inmiddels afgezwakte regenbui terug naar het ziekenhuis moesten om op tijd voor het donker terug te zijn. Mijn witte linnen
broek zat toch al onder de modder, dus wederom geen probleem. Uiteraard waren we op dat moment een nog veel grotere attractie, maar ook dat kunnen Elsie* en ik handelen. Wat ietsje lastiger was,
was dat toen we eenmaal aangekomen waren bij de rivierovergang, ons rustig kabbelend bergriviertje zich ondertussen ongevormd had tot een bruine kolkende, snelstromende massa, die de overgang naar
het ziekenhuis compleet had laten verdwijnen. Oeps! Gelukkig was daar onze dokter in nood, die na een telefoontje snel naar ons toe kwam, in z\'n pantalon met nette schoenen, over een gammel
bruggetje waar wij absoluut niet overheen mochten, want dat was te gevaarlijk. Even later hadden we 2 paraplu\'s én een alternatieve route, en kwamen we veilig thuis. Toch weer een mooie
beleving!
Het ziekenhuis hier is een stuk mooier en schoner dan in Kapenguria, en belangrijker nog: er wordt niet gestaakt. Daarentegen zijn er voor patiënten weinig faciliteiten: de enige operatie hier is
een keizersnede zonder ruggenprik of narcose, de röntgenlaborant is er vandoor gegaan zonder te wachten op een vervanger en labonderzoek is erg beperkt en van slechte kwaliteit. Er lopen zo\'n 100
verpleegkundigen in opleiding rond, en hoewel ze door hele strenge nonnen opgeleid worden, bakken ze er niet allemaal wat van. In onze eerste week waren er bijvoorbeeld 2 bevallingen tegelijk, en
het meisje dat de 2e bevalling deed had geen idee waar ze mee bezig was. Sowieso zijn ze hier niet echt bezig met de vrouw die aan het bevallen is (alles boven de navel lijkt niet te bestaan) en de
term \'hands on\' wordt wel erg letterlijk genomen (vanaf het zien van een plukje haar wordt de baby er ongeveer uitgetrokken). Afgelopen week gingen we met z\'n tweeën toevallig kijken of er
bevallingen waren, worden we meegeroepen naar een bed waar een tiental leerling verpleegkundigen rond stonden te kijken. Lag daar een bewusteloze zwangere vrouw, rochelend, en happend naar adem en
ze waren op het gemakje bezig een uitzuigmachine aan te sluiten. Zuurstof bleken ze niet te kunnen vinden, en na een kort ABCDE-onderzoekje door ons bleek dat deze vrouw er al heel slecht aan toe
was (voor de medici onder ons: twee wijde lichtstijve pupillen). Met de inmiddels aangekomen dokter hebben we toch maar gereanimeerd, maar helaas zonder succes.
Ondanks meerdere ontbrekende capaciteiten, is iedereen hier overigens wel echt super aardig en behulpzaam, en we voelen ons meer dan welkom. Ook hebben we wel weer wat ziektebeelden waar we wat van
kunnen leren, en overtreffen we steeds weer ons eigen improvisatietalent. Dat laatste is helaas ook hier vaak nodig om onze tijd te vullen. De dokters in dit ziekenhuis werken 24/7 gedurende 2
weken, en dan zijn ze 2 weken vrij. Nu heeft de tweede dokter 2 maanden vakantie, waardoor de overgebleven dokter al sinds 6 december aan het werk is. Vorige week leidde dat ertoe dat ie zei even
een dagje naar huis te gaan, maar vervolgens van donderdag tot zondag weg bleef, en alle spoedpatiënten liet verwijzen naar een ander ziekenhuis. Zelf hebben we dan wel wat rondgekeken in het
ziekenhuis, maar veel konden we niet doen. Afgelopen maandag en vrijdag zijn we met een mobile clinic de bergen in gegaan om baby\'s te vaccineren en zwangere vrouwen te onderzoeken. De routes door
de bergen zijn 1-\'baans\' hobbelige zandweggetjes door de bergen, vlak langs de afgrond, maar wát een mooi uitzicht! Het vaccineren was wel leuk voor de afwisseling, en maandag waren we druk
bezig, maar vrijdag moesten we in totaal zeker 4 uur reizen om na 1,5 uur wachten maximaal 20 baby\'s te vaccineren. Aankomende week hopen we nog wat mee te kunnen kijken op de polikliniek, en
daarna is het alweer tijd om terug te gaan naar Kapenguria District Hospital. De verpleegkundigen zijn nog steeds niet aan het werk, dus ze hebben nog een week de tijd, ha! In ieder geval hebben we
geen last meer van feestdagen, en we hebben besloten er hoe dan ook weer wat moois ervan te maken. Ondertussen zijn we ook al bezig met de invulling van onze twee weken vakantie, dus we vermaken
ons wel! Groetjes vanuit Kenia!
Liefs,
Margo
* Els wordt hier aangesproken met Elsie. Meestal gaat het voorstellen zo:
Els: 'I\'m Els'
Keniaan: 'Es?'
Els: 'Els, like ‘something else\', without something'
Keniaan: 'Else... Elsie!!!'
Els: 'Yes'.
Bij mij proberen ze het vaak even, maar komt snel daarna de vraag voor beiden: 'You don\'t have Christian names?' (Hier hebben mensen namelijk vaak een Keniaanse en een christelijke naam)
Feestdagen in Kenia
Hai allemaal!
Om 2012 ook op papier af te sluiten hier nog een verslagje van mij uit het soms zonnige, maar de laatste dagen vaak erg regenachtige (grrrr) Kenia.
Ondertussen ben ik het hier al aardig gewend. Het stadje is nog steeds primitief, we worden nog steeds aangestaard en nageroepen, en iedere dag hebben we óf geen water, óf geen stroom, maar vind
het nog steeds allemaal een geweldige ervaring. Uiteraard was het ook hier kerst, en hoewel ze hier officieel maar 1 kerstdag hebben, ligt het openbare leven hier voor iedereen met een beetje geld
grotendeels plat voor een kleine week. Dat betekent dus geen dokters, geen \'stam\'restaurant, geen supermarkt en compleet ander hotelpersoneel. En wat doen we dan in Afrika: improviseren, slapen,
en vooral erg trots zijn op een \'productieve dag\' als we 1 succesvol telefoontje hebben gepleegd. Jullie krijgen zo\'n dankbaar mens terug als ik weer in NL ben :p.
Op kerstavond wilde Els naar de kerk, en omdat ik geen zin had om alleen in een hotel te zitten op kerstavond en ik benieuwd was of het typisch Afrikaans was, besloot ik mee te gaan. Als ik nog
eens zo\'n plan heb, hou me dan please tegen! Dineh, een 25-jarige lerares die twee weken hier bij haar zus is, kwam ons ophalen. We zouden om half 9 opgehaald worden, wat natuurlijk weer later
werd. We kwamen op dat tijdstip al de eerste bezopen mensen tegen, echt apart hier, het lijkt wel een soort van bezigheidstherapie. Toen we daar aankwamen waren een paar mensen druk bezig de kerk
te versieren met slingers en ballonnen, dus hebben we maar even geholpen. Daarna werd er een hoop gezongen en gedanst, en de uiteindelijke mis begon pas om 22u. Dat duurde echt superlang, te meer
omdat het licht uitviel en een groot deel in het Swahili was. Het duurde uiteindelijk tot middernacht, omdat ze dan elkaar mochten feliciteren. Het was toen ook al flink afgekoeld, waardoor ik het
superkoud had en alles extra lang duurde voor mijn gevoel. Het zingen en dansen was nog wel grappig maar de rest dus echt niet. Op eerste kerstdag hebben we \'s ochtends lekker uitgeslapen en
gerelaxt in de zon. \'s Middags waren we door Dineh uitgenodigd om bij haar te komen eten, had ze gewoon voor Els en mij gekookt en de tafel gedekt, echt heel lief, maar we voelde ons best
opgelaten. De rest van de dag hebben we niet zoveel gedaan, en tweede kerstdag ook niet. Toen hebben we onszelf wel getrakteerd op de enige frietjes in de omgeving, yummeeey!
Voor donderdag hadden we geregeld dat we met John Ngimor van Netherlands Harambee Foundation for Health een ziekenhuis en tbc huisjes konden gaan bezoeken. Het was maar 30 km, maar wel een
hobbelige zandweg door de heuvels richting Oeganda. De route was echt supermooi. De tbc huisjes waren 10 stenen hutjes met per hutje plaats voor 4 tbc-patiënten die daar in de eerste fase van hun
behandeling verplicht moeten blijven. Ze nemen dan dagelijks onder toezicht hun medicatie in. Het is in opzet een mooi project, maar door gebrek aan geld en lokaal toezicht op een aantal punten wel
verwaarloosd. De huisjes waren vies, hadden geen matrassen, en het hek dat deze zeer besmettelijke patiënten moet afschermen van de rest van het ziekenhuisterrein was kapot. Het ziekenhuis zelf was
met name gericht op de behandeling van leishmaniasis, een veel voorkomende ziekte hier.
Afgelopen vrijdag hebben we kunnen regelen dat we eerder onze 3 weken in Ortum kunnen volgen, omdat dat een privéziekenhuis is en er door de verpleegkundigen alleen gestaakt wordt in
staatsziekenhuizen. Vanmiddag zullen we dus verhuizen, en we hebben veel boodschappen mee omdat we daar in een huisje van het ziekenhuis wonen en er geen supermarkt is, alleen wat kleine
stalletjes. Waarschijnlijk krijgen we het daar in het ziekenhuis in ieder geval een stuk drukker! Gisteren zijn we als voorlopige afsluiter hier nog met Dineh nog naar een klein familiegericht
natuurparkje geweest, en hebben we samen wat gegeten. Haar zien we half januari weer, omdat zij werkt in de buurt van Ortum, heel toevallig.
Als jaarsluitend verhaaltje was er toch weer een hele hoop te vertellen over 1 week, en ik hoop dat ik jullie nog niet verveel :p. Mijn nieuwe jaar gaat 2 uurtjes eerder in, maar ik zal aan jullie
denken, ook al kan ik niet de gebruikelijke nieuwjaarszoenen uitdelen. Fijne jaarwisseling!
Liefs,
Margo
Celine Dion en Robin van Persie
Onze eerste coschapdag in Kapenguria District Hospital begon al vroeg. Op zondag waren we met de taxi al even langs het ziekenhuis gegaan, en daar werd ons verteld dat we ons om \'strictly 8
o\'clock\' moesten melden. Ons wekkertje ging dan ook al vroeg, en na een ontbijtje vertrokken we richting het ziekenhuis. Bij aankomst werden we gestuurd naar het kantoor van de District Medical
Officer of Health, zeg maar de directeur van het ziekenhuis. Of we wel even wilden wachten, hij zou pas om 9u komen. Uiteraard hadden we hierop gerekend, het is natuurlijk Afrika, dus zijn we met
een boek in het zonnetje gaan zitten. Daar zaten ook Keniaanse verpleegkundestudenten te wachten, die blijkbaar ook tegelijk met ons in Ortum zitten, echt toevallig! Ook was er een soort soldaat
die zijn collega naar het ziekenhuis kwam brengen die een praatje kwam maken. Voor ons was het erg leuk dat mensen een praatje kwamen maken, in plaats van staren, giechelen en mzungu roepen. Na
twee uur wachten was er nog steeds geen DMOH, maar werden we wel even binnen geroepen door Ruth, de District Nursing Officer. Zij gaf ons vast wat uitleg over de afdelingen, de weekindeling en over
de patiënten. Blijkbaar zijn de verpleegkundigen hier al 6 weken aan\'t staken voor loonsverhoging, waardoor de huidige bezetting 34 patiënten is i.p.v. 160. Er is momenteel dus niet zo veel te
doen. Na haar verhaal mochten we weer buiten gaan zitten wachten, want hij zou toch echt zo komen. 2 uur later konden we dan toch echt naar binnen, en mochten we zeggen wat we hier wilden doen. Hij
belde wat rond voor ons, en mochten we nog even gaan rusten want over een paar minuutjes zou iemand ons komen halen. Weer een uur later kwam de senior medical officer, de oudste arts-assistent om
ons rond te leiden. We hebben alle 7 afdelingen gezien, het \'theatre\' met twee operatiekamers, de röntgenafdeling en de laboratoria. Wat we allebei niet verwacht hadden, is dat je hier geen ecg
en echo kan maken, terwijl dat voor ons echt simpele en goedkope onderzoeken zijn. Verder viel het best mee wat ze daar kunnen. Na de rondleiding mochten we naar huis, ook al was het nog maar
15u.
De rest van de week is het erg rustig gebleven. We hebben wel best wat interessante dingen gezien, zoals een baby van 2 dagen oud met een open ruggetje en klompvoetjes, iemand met alle symptomen
uit het boekje van hersenvliesontsteking, en baarmoederverzakkingen bij vrouwen van 30. Helaas is er donderdag voor onze ogen een jongen van 16 overleden aan hartfalen. Hij was zo zwaar ondervoed
dat hij eruit zag als 10. Een paar uur later waren we alweer getuige van een keizersnede waarbij een gezond jongetje geboren werd. Bizar om dat zo kort na elkaar mee te maken.
We hebben deze week kennis gemaakt met veel artsen, waarvan er veel eigenlijk beginnende coassistenten zijn met volledige verantwoordelijkheden, en daarmee niet al te capabel. Ze zijn wel leuk om
mee te kletsen aangezien ze even oud zijn als wij. De wat meer ervaren mensen zijn gelukkig wel goed in wat ze doen. Wel grappig trouwens dat de meest gestelde vraag door mannen is of we getrouwd
zijn, en de tweede of we Robin van Persie kennen.
Hoewel iedereen het rustig heeft, is iedereen erg behulpzaam. We worden overal bij gehaald als er iets interessants is of bij een nieuwe opname, en ook hebben we samen met een arts uit het lab
allemaal testjes op tropische ziekten gedaan met Celine Dion op de achtergrond. Ook in het dorp waar we wonen probeert iedereen ons te helpen.
Iedere ochtend worden we opgehaald door taxichauffeur Joel, en worden we voor 30 cent naar het ziekenhuis 15 min verderop gebracht. Dat zijn hilarische ritjes, aangezien we met zo veel mogelijk
Kenianen in een auto gepropt worden. Donderdag dachten we dat de auto echt vol was nadat een dikke man was aangeschoven op de achterbank. De man zelf vond dit ook, maar de taxichauffeur parkeerde
de auto zo schuin dat iedereen naar een kant schoof en er alsnog iemand bij kon, geweldig! Vrijdag was het record 10 personen, weliswaar met kinderen en incl. chauffeur, maar toch. Bij ons
ochtendrondje stoppen we ook steeds bij een lootjesverkoper die ons dan een nieuw woordje leert wat we moeten onthouden.
Gisteren zijn we naar Saiwa Swamp National Park geweest. Dat is een reservaat rondom een moeras- en regenwoud gebied. We hebben hier een kleine 10 km gewandeld, erg mooi. Op driekwart werden we
verrast door een hevige regenbui, maar met een blad van een bananenboom zijn we nog enigszins droog gebleven. Wel zaten onze benen onder de modder, maar het was het zeker waard.
Voor aankomende week hebben we tot nu toe weinig concrete plannen, maar hopelijk zullen we het wat drukker krijgen in het ziekenhuis. In ieder geval vieren we hier ook kerst, al hebben ze hier
alleen eerste kerstdag. Hoe we het gaan vieren weten we nog niet, maar dat komt vast wel goed. Ik zal in ieder geval aan jullie denken!
Fijne feestdagen allemaal!
Liefs,
Margo
Karibu mzungu!
Vrijdagochtend, 7.20u. Op dat moment stond de driver van het bedrijf waar Annemarie werkt voor de deur om ons naar de bus in Naivasha te brengen. Hij had voor ons al buskaartjes voor de bus van 8.00u naar Eldoret geregeld, omdat ons plan was tot daar te reizen, daar te slapen, en dan verder te reizen naar Makutano.
Toen de driver hoorde dat we nog verder moesten, heeft hij de tickets om laten zetten naar eindstation Kitale, zodat we al dichter bij onze eindbestemming zouden zijn. Hij adviseerde ons dat als we na 16u aan zouden komen, we niet meer verder naar Makutano moesten reizen. Toen de bus aankwam, uiteraard te laat, bleek dat we een bus hadden waarbij in het gangpad een derde rij stoelen gezet was. Een hoop geworstel, hulp van de driver en 1000 shilling voor een extra stoel later, zaten we dan eindelijk geïnstalleerd. De driver gaf nog even duidelijke instructies aan de buschauffeur, dat die ons vooral goed moest helpen als we in Kitale aankwamen. Na nog ruim een half uur wachten tot alles stoelen bezet waren, en tot alle straatverkopers uit de bus verdwenen waren, vertrokken we dan toch echt.
We waren nog maar net onderweg toen een man opstond en breed gebarend vanalles begon te roepen. Ons vermoeden dat hij een predikant was (omdat hij ook steeds naar boven stond te wijzen) werd al
snel bevestigd toen we in de wirwar van Swahili ook \'amen\' opvingen, en de buspassagiers mee begonnen te praten en zingen. Els heeft \'m nog even gefilmd, was toch wel erg apart!
Nadat de predikant een geldrondje had gehouden, was het weer lekker stil in de bus. Maar niet voor lang... Een soort van medicijnman probeerde een hele hoop middeltjes te verkopen, 1 tegelijk, en
als hij na een half uur \'nzuri sana\' (heel goed) en \'no side-effects\'roepen dan eindelijk wat verkocht had, begon hij met een ander middel weer van vooraf aan.
Toen we, door alle wegopbrekingen en tussenstops, veel te laat aankwamen in Eldoret, stapte onze salesman gelukkig ook uit. Van Eldoret naar Kitale is de reis verder vrij vlot verlopen. De natuur
waar we doorheen reden was echt geweldig. Het is hier nu best groen omdat het regenseizoen net klaar is. In steden en dorpjes waar we doorheen reden zagen we vooral veel golfplaten hutjes, of lemen
hutjes met een rieten dak. Wat overigens wel grappig was, was dat kleine kindjes ons steeds aanstaarden, en als ze op een van de stoelen achter ons zaten ook aan ons haar voelden, maar dat laatste
was de eerste keer wel schrikken haha. In Kitale moest gelukkig iedereen uit de bus, waardoor we wat meer ruimte hadden om met onze tassen naar buiten te komen. Helemaal zonder letterlijke
kleerscheuren is dat niet verlopen, aangezien ik een scheurtje in mijn broek heb opgelopen.
Al voordat we de bus uit waren werden we al verwelkomd met \'karibu mzungu (welkom blanke, what\'s your name, how are you\' . De buschauffeur stelde voor dat we een taxi naar Makutano zouden nemen, en liep meteen met ons naar een taxi toe. Meteen konden we wegrijden, en drie kwartier later stonden we moe maar voldaan in Makutano.
Van dr. Mertens hadden we een adres van een hotelletje daar gekregen, waar een restaurant onder zit. Na even wachten kwam de manager, die we erg blij maakten door te zeggen dat we 5 weken blijven. Hij was wel teleurgesteld dat dr. Mertens er niet bij was, waarschijnlijk zag hij alweer extra inkomsten voor zich. De kamer die we delen heeft een tweepersoonsbed, een tv met 1 zender, een wastafeltje en een badkamer mét (na 2 uur heen en weer lopen naar de receptie) een werkende douche. We hebben zelfs warm water nu, maar dat is zo heet dat je er niet onder kunt staan. Alles was hier wel wat vies, en we vonden nog een plastic zak, een bh en een doosje condooms in de nachtkastjes. Ook het beddengoed van het strak opgemaakte ziet er wat discutabel uit, maar met de meegebrachte lakenzakken en kussenslopen hebben we heeeerlijk geslapen.
Vandaag hebben we de omgeving wat verkend en nog wat voorbereid voor onze eerste dag morgen.
Het volgende reisverslag komt écht pas na de eerste week ;).
Kwaheri! (tot ziens!)